|
“Laser microprobe mass spectrometry in biology and biomedicine”. Eeckhaoudt S, van Vaeck L, Gijbels R, van Grieken RE, Scanning microscopy S8, 335 (1994)
Keywords: A1 Journal article; Plasma Lab for Applications in Sustainability and Medicine – Antwerp (PLASMANT); AXES (Antwerp X-ray Analysis, Electrochemistry and Speciation)
|
|
|
“The primary energy dependence of backscattered electron images up to 100 keV”. Geuens I, Nys B, Naudts J, Gijbels R, Jacob W, van Espen P, Scanning microscopy 5, 339 (1991)
Keywords: A1 Journal article; Plasma Lab for Applications in Sustainability and Medicine – Antwerp (PLASMANT); Chemometrics (Mitac 3)
Times cited: 3
|
|
|
“Study of quasi-fractal many-particle-systems and percolation networks by zero-loss spectroscopic imaging, electron energy-loss spectroscopy and digital image analysis”. Oleshko V, Kindratenko V, Gijbels R, van Espen P, Jacob W, Mikrochimica acta: supplementum 13, 443 (1996)
Abstract: Submicron colloidal Ag particles and nano-sized filaments forming a statistical percolation network during ''in situ'' development of double structure tabular microcrystals of AgRr(I) emulsions have been studied by electron energy-loss spectroscopy and zero-loss electron spectroscopic imaging (EELS/ZLESI). Image analysis has shown that random quasi-fractal clusters were formed in the colloid. ZLESI has been applied to characterise the morphology and defect structure of aggregated particles and filaments. Their energy-loss spectra revealed plasmon excitations and interband 4d electron transitions between 4-32 eV energy-loss. To study the cluster structure and its relation to the physical properties, fractal analysis including estimations of cluster fractal dimensions and of density autocorrelation functions has been performed. Mechanisms of fractal aggregation based on known models of diffusion limited aggregation, cluster-cluster aggregation and percolation are discussed.
Keywords: A1 Journal article; Plasma Lab for Applications in Sustainability and Medicine – Antwerp (PLASMANT); Chemometrics (Mitac 3)
|
|
|
“High-resolution electron microscopy and electron energy-loss spectroscopy of giant palladium clusters”. Oleshko V, Volkov V, Gijbels R, Jacob W, Vargaftik M, Moiseev I, Van Tendeloo G, Zeitschrift für Physik : D : atoms, molecules and clusters 34, 283 (1995). http://doi.org/10.1007/BF01437574
Keywords: A1 Journal article; Plasma Lab for Applications in Sustainability and Medicine – Antwerp (PLASMANT); Electron microscopy for materials research (EMAT)
Times cited: 22
DOI: 10.1007/BF01437574
|
|
|
“Dynamic spectral cues do not affect human sound localization during small head movements”. McLachlan G, Majdak P, Reijniers J, Mihocic M, Peremans H, Frontiers in neuroscience 17, 1027827 (2023). http://doi.org/10.3389/FNINS.2023.1027827
Abstract: Natural listening involves a constant deployment of small head movement. Spatial listening is facilitated by head movements, especially when resolving front-back confusions, an otherwise common issue during sound localization under head-still conditions. The present study investigated which acoustic cues are utilized by human listeners to localize sounds using small head movements (below ±10° around the center). Seven normal-hearing subjects participated in a sound localization experiment in a virtual reality environment. Four acoustic cue stimulus conditions were presented (full spectrum, flattened spectrum, frozen spectrum, free-field) under three movement conditions (no movement, head rotations over the yaw axis and over the pitch axis). Localization performance was assessed using three metrics: lateral and polar precision error and front-back confusion rate. Analysis through mixed-effects models showed that even small yaw rotations provide a remarkable decrease in front-back confusion rate, whereas pitch rotations did not show much of an effect. Furthermore, MSS cues improved localization performance even in the presence of dITD cues. However, performance was similar between stimuli with and without dMSS cues. This indicates that human listeners utilize the MSS cues before the head moves, but do not rely on dMSS cues to localize sounds when utilizing small head movements.
Keywords: A1 Journal article; Psychology; Condensed Matter Theory (CMT); Engineering Management (ENM)
DOI: 10.3389/FNINS.2023.1027827
|
|
|
“De combinatie werk-gezin en het gebruik van formele kinderopvang bij vrouwen met een migratieachtergrond : een mixed methods-benadering”. Wood J, Geerts R, Majean L, Coene V, Vanheeswijck J, de Smalen D, Ronda T, Keizer K, Sociologos (Brussel) 40, 123 (2019)
Keywords: A1 Journal article; Sociology; Centre for Population, Family and Health; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL); Centre for Research on Environmental and Social Change
|
|
|
“Ik drink (geen) afval! Een exploratieve studie naar socio-demografische verschillen in publieke steun voor het hergebruik van afvalwater in Vlaanderen”. Geerts R, Vandermoere F, Halet D, Van Winckel T, Joos P, Van Den Steen K, Van Meenen E, Blust R, Vlaeminck SE, Vlaams tijdschrift voor overheidsmanagement , 51 (2020)
Abstract: In een context van stijgende waterschaarste verkennen wij, naar ons weten voor het eerst in Vlaanderen, publieke steun voor de behandeling en het hergebruik van afvalwater als drinkwater. Vlaanderen is vandaag een van de weinige regio’s waar afvalwater reeds gerecycleerd wordt voor drinkwaterdoeleinden. Dit gebeurt op kleinschalig niveau en de uitbreiding hiervan is vandaag een van de Vlaamse beleidsdoelstellingen. Internationale voorbeelden toonden echter dat een gebrek aan publieke steun een aanzienlijk obstakel kan zijn. Vaak worden gezondheids- en veiligheidsbezorgdheden aangehaald als oorzaak voor het beperkte draagvlak. Minder is geweten over de socio-demografische distributie van dit draagvlak. Daarbovenop blijft er onduidelijkheid over de samenhang tussen socio-demografische kenmerken en gezondheids- en veiligheidsbezorgdheden. Met behulp van een enquête uitgevoerd in Vlaanderen (N=2309), bestudeerden wij ten eerste deze socio-demografische verschillen op basis van bivariate associaties (gender, opleidingsniveau, leeftijd en woonplaats). Ten tweede construeerden we een padmodel om te onderzoeken of deze verschillen verklaard kunnen worden aan de hand van gezondheids- en veiligheidsbezorgdheden. Onze resultaten toonden dat publieke steun voor afvalwaterhergebruik voor drinkwaterdoeleinden in Vlaanderen beperkt is. Het draagvlak was het laagst bij oudere mensen, vrouwen, lager geschoolde groepen en mensen die niet in de Provincie Antwerpen wonen. Voor een groot deel konden socio-demografische verschillen verklaard worden door hogere gezondheids- en veiligheidsbezorgdheden bij vrouwen, lager geschoolden en mensen uit West- en Oost-Vlaanderen. Dit suggereert een gebrek aan vertrouwen in waterexperts en -technologie bij bepaalde socio-demografische groepen, wat zich vertaalt in een verminderde publieke steun voor afvalwaterhergebruik. Op basis van deze bevindingen bespreken we een aantal potentiële actiestrategieën om publieke oppositie te anticiperen en proactief publieke steun te verwerven via doelgerichte (risico)communicatie.
Keywords: A1 Journal article; Sociology; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL); Centre for Research on Environmental and Social Change
|
|
|
“A spatial approach to identify priority areas for pesticide pollution mitigation”. Quaglia G, Joris I, Broekx S, Desmet N, Koopmans K, Vandaele K, Seuntjens P, Journal of environmental management 246, 583 (2019). http://doi.org/10.1016/J.JENVMAN.2019.04.120
Abstract: Identifying priority areas is an essential step in developing management strategies to reduce pesticide loads in surface water. A spatially explicit model-based approach was developed to detect priority areas for diffuse pesticide pollution at catchment scale. The method uses available datasets and considers different pesticide pathways in the environment post-application. The approach was applied in a catchment area in SE Flanders (Belgium) as a case study. Calculated risk areas were obtained using detailed landscape data and combining pesticide emissions and hydrological connectivity. The risk areas obtained were further compared with an alternative observation-based method, developed specifically for this study site that includes long-term field observations and local expert knowledge. Both methods equally classified 50% of the areas. The impact of crop rotation on the calculated risk was analysed. High-risk areas were identified and added to a cumulative map over all five years to evaluate temporal variations. The model-based approach was used for the initial identification of risk areas at the study site. The tool helps to prioritise zones and detect particular fields to target landscape mitigation measures to reduce diffuse pesticide pollution reaching surface water bodies.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.JENVMAN.2019.04.120
|
|
|
“A note on spirals and curvature”. Gielis J, Caratelli D, Shi P, Ricci PE, Growth and form 1, 1 (2020). http://doi.org/10.2991/GAF.K.200124.001
Abstract: Starting from logarithmic, sinusoidal and power spirals, it is shown how these spirals are connected directly with Chebyshev polynomials, Lamé curves, with allometry and Antonelli-metrics in Finsler geometry. Curvature is a crucial concept in geometry both for closed curves and equiangular spirals, and allowed Dillen to give a general definition of spirals. Many natural shapes can be described as a combination of one of two basic shapes in nature—circle and spiral—with Gielis transformations. Using this idea, shape description itself is used to develop a novel approach to anisotropic curvature in nature. Various examples are discussed, including fusion in flowers and its connection to the recently described pseudo-Chebyshev functions.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.2991/GAF.K.200124.001
|
|
|
“Parabolic trigonometry”. Dattoli G, Di Palma E, Gielis J, Licciardi S, International journal of applied and computational mathematics 6, 37 (2020). http://doi.org/10.1007/S40819-020-0789-6
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1007/S40819-020-0789-6
|
|
|
“Influence of adding low concentration of oxygenates in mineral diesel oil and biodiesel on the concentration of NO, NO₂, and particulate matter in the exhaust gas of a one-cylinder diesel generator”. Maes RR, Potters G, Fransen E, Van Schaeren R, Lenaerts S, International journal of environmental research and public health 19, 7637 (2022). http://doi.org/10.3390/IJERPH19137637
Abstract: Air quality currently poses a major risk to human health worldwide. Transportation is one of the principal contributors to air pollution due to the quality of exhaust gases. For example, the widely used diesel fuel is a significant source of nitrogen oxides (NOx) and particulate matter (PM). To reduce the content NOx and PM, different oxygenated compounds were mixed into a mineral diesel available at the pump, and their effect on the composition of exhaust gas emissions was measured using a one-cylinder diesel generator. In this setup, adding methanol gave the best relative results. The addition of 2000 ppm of methanol decreased the content of NO by 56%, 2000 ppm of isopropanol decreased NO2 by 50%, and 2000 ppm ethanol decreased PM by 63%. An interesting question is whether it is possible to reduce the impact of hazardous components in the exhaust gas even more by adding oxygenates to biodiesels. In this article, alcohol is added to biodiesel in order to establish the impact on PM and NOx concentrations in the exhaust gases. Adding methanol, ethanol, and isopropanol at concentrations of 2000 ppm and 4000 ppm did not improve NOx emissions. The best results were using pure RME for a low NO content, pure diesel for a low NO2 content, and for PM there were no statistically significant differences.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.3390/IJERPH19137637
|
|
|
“Plasmonic hybrid nanostructures in photocatalysis : structures, mechanisms, and applications”. Ninakanti R, Dingenen F, Borah R, Peeters H, Verbruggen SW, Topics in Current Chemistry 380, 40 (2022). http://doi.org/10.1007/S41061-022-00390-W
Abstract: (Sun)Light is an abundantly available sustainable source of energy that has been used in catalyzing chemical reactions for several decades now. In particular, studies related to the interaction of light with plasmonic nanostructures have been receiving increased attention. These structures display the unique property of localized surface plasmon resonance, which converts light of a specific wavelength range into hot charge carriers, along with strong local electromagnetic fields, and/or heat, which may all enhance the reaction efficiency in their own way. These unique properties of plasmonic nanoparticles can be conveniently tuned by varying the metal type, size, shape, and dielectric environment, thus prompting a research focus on rationally designed plasmonic hybrid nanostructures. In this review, the term “hybrid” implies nanomaterials that consist of multiple plasmonic or non-plasmonic materials, forming complex configurations in the geometry and/or at the atomic level. We discuss the synthetic techniques and evolution of such hybrid plasmonic nanostructures giving rise to a wide variety of material and geometric configurations. Bimetallic alloys, which result in a new set of opto-physical parameters, are compared with core–shell configurations. For the latter, the use of metal, semiconductor, and polymer shells is reviewed. Also, more complex structures such as Janus and antenna reactor composites are discussed. This review further summarizes the studies exploiting plasmonic hybrids to elucidate the plasmonic-photocatalytic mechanism. Finally, we review the implementation of these plasmonic hybrids in different photocatalytic application domains such as H2 generation, CO2 reduction, water purification, air purification, and disinfection.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1007/S41061-022-00390-W
|
|
|
“Universal equations : a fresh perspective”. Gielis J, Shi P, Caratelli D, Growth and Form (2022)
Abstract: A uniform description of natural shapes and phenomena is an important goal in science. Such description should check some basic principles, related to 1) the complexity of the model, 2) how well its fits real objects, phenomena and data, and 3) ia direct connection with optimization principles and the calculus of variations. In this article, we present nine principles, three for each group, and we compare some models with a claim to universality. It is also shown that Gielis Transformations and power laws have a common origin in conic sections
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
|
|
|
“Comparison of two simplified versions of the Gielis equation for describing the shape of bamboo leaves”. Yao W, Niinemets Ü, Yao W, Gielis J, Schrader J, Yu K, Shi P, Plants 11, 3058 (2022). http://doi.org/10.3390/PLANTS11223058
Abstract: Bamboo is an important component in subtropical and tropical forest communities. The plant has characteristic long lanceolate leaves with parallel venation. Prior studies have shown that the leaf shapes of this plant group can be well described by a simplified version (referred to as SGE-1) of the Gielis equation, a polar coordinate equation extended from the superellipse equation. SGE-1 with only two model parameters is less complex than the original Gielis equation with six parameters. Previous studies have seldom tested whether other simplified versions of the Gielis equation are superior to SGE-1 in fitting empirical leaf shape data. In the present study, we compared a three-parameter Gielis equation (referred to as SGE-2) with the two-parameter SGE-1 using the leaf boundary coordinate data of six bamboo species within the same genus that have representative long lanceolate leaves, with >300 leaves for each species. We sampled 2000 data points at approximately equidistant locations on the boundary of each leaf, and estimated the parameters for the two models. The root–mean–square error (RMSE) between the observed and predicted radii from the polar point to data points on the boundary of each leaf was used as a measure of the model goodness of fit, and the mean percent error between the RMSEs from fitting SGE-1 and SGE-2 was used to examine whether the introduction of an additional parameter in SGE-1 remarkably improves the model’s fitting. We found that the RMSE value of SGE-2 was always smaller than that of SGE-1. The mean percent errors among the two models ranged from 7.5% to 20% across the six species. These results indicate that SGE-2 is superior to SGE-1 and should be used in fitting leaf shapes. We argue that the results of the current study can be potentially extended to other lanceolate leaf shapes.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.3390/PLANTS11223058
|
|
|
“A general leaf area geometric formula exists for plants evidence from the simplified Gielis equation”. Shi P, Ratkowsky DA, Li Y, Zhang L, Lin S, Gielis J, Forests (19994907) 9, 714 (2018). http://doi.org/10.3390/F9110714
Abstract: Plant leaves exhibit diverse shapes that enable them to utilize a light resource maximally. If there were a general parametric model that could be used to calculate leaf area for different leaf shapes, it would help to elucidate the adaptive evolutional link among plants with the same or similar leaf shapes. We propose a simplified version of the original Gielis equation (SGE), which was developed to describe a variety of object shapes ranging from a droplet to an arbitrary polygon. We used this equation to fit the leaf profiles of 53 species (among which, 48 bamboo plants, 5 woody plants, and 10 geographical populations of a woody plant), totaling 3310 leaves. A third parameter (namely, the floating ratio c in leaf length) was introduced to account for the case when the theoretical leaf length deviates from the observed leaf length. For most datasets, the estimates of c were greater than zero but less than 10%, indicating that the leaf length predicted by the SGE was usually smaller than the actual length. However, the predicted leaf areas approximated their actual values after considering the floating ratios in leaf length. For most datasets, the mean percent errors of leaf areas were lower than 6%, except for a pooled dataset with 42 bamboo species. For the elliptical, lanceolate, linear, obovate, and ovate shapes, although the SGE did not fit the leaf edge perfectly, after adjusting the parameter c, there were small deviations of the predicted leaf areas from the actual values. This illustrates that leaves with different shapes might have similar functional features for photosynthesis, since the leaf areas can be described by the same equation. The anisotropy expressed as a difference in leaf shape for some plants might be an adaptive response to enable them to adapt to different habitats.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.3390/F9110714
|
|
|
“A hybrid monitoring and modelling approach to assess the contribution of sources of glyphosate and AMPA in large river catchments”. Desmet N, Touchant K, Seuntjens P, Tang T, Bronders J, The science of the total environment 573, 1580 (2016). http://doi.org/10.1016/J.SCITOTENV.2016.09.100
Abstract: Large river catchments with mixed land use capture pesticides from many sources, and degradable pesticides are converted during downstream transport. Unravelling the contribution of pesticide source and the effect of degradation processes is a challenge in such areas. However, insight and understanding of the sources is important for targeted managen-lent, especially when water is abstracted from the river for drinking water production. The river Meuse is such a case. A long-term monitoring data set was applied in a modelling approach for assessing the contribution of waste water treatment plants (WWTPs) and tributaries (sub-basins) to surface water contamination, and to evaluate the effect of decay on the downstream concentrations of glyphosate and AMPA at the point of drinking water abstraction. The results show that WWTPs are important contributors for glyphosate and AMPA in large river catchments with mixed land uses. In the studied area, the river Meuse in the Netherlands, the relative contribution of WWTP effluents is above 29% for glyphosate and around 12% for AMPA. Local industries are found to be potentially big contributors of AMPA. Glyphosate entering the river system is gradually converted to AMPA and other degradation-productions, which results in downstream loads that are considerably lower than the sum of all influxes. In summer when the travel time is longer due to lower discharge, the first order decay of glyphosate in the river Meuse is estimated to result in about 50% reduction of the downstream glyphosate concentrations over a river stretch of 250 km. The contribution of glyphosate decay to the observed AMPA concentrations ranges between 2% and 10%. Contributions are sensitive to seasonal variations in discharge that influence the concentrations through dilution and degradation. (C) 2016 Elsevier B.V. All rights reserved.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.SCITOTENV.2016.09.100
|
|
|
“A multidimensional indicator set to assess the benefits of WEEE material recycling”. Nelen D, Manshoven S, Peeters JR, Vanegas P, D'Haese N, Vrancken K, Journal of cleaner production 83, 305 (2014). http://doi.org/10.1016/J.JCLEPRO.2014.06.094
Abstract: EU strategies for waste management have long recognized the key role of recycling to move towards sustainable consumption and production. This resulted in a range of regulatory measures, among which the Waste Electrical and Electronic Equipment (WEEE) directive, which sets weight-based targets for recovery, preparation for re-use and recycling. The increasing strategic relevance of the supply of raw materials has, however, spurred a more integrated approach towards resource efficiency. In addition to the prevention of disposal, recycling practices are now also meant to contribute to sustainable materials management by pursuing (i) a higher degree of material cycle closure, (ii) an improved recovery of strategically relevant materials, and (iii) the avoidance of environmental burdens associated with the extraction and refining of primary raw materials. In response to this evolution, this paper reports about the development of an indicator set that allows to quantitatively demonstrate these recycling benefits, hence going further than the weight-based objectives employed in the WEEE directive. The indicators can be calculated for WEEE recycling processes for which information is available on both input and output fractions. It offers a comprehensive framework that aims to support decision making processes on product design, to identify opportunities for the optimization of WEEE End-of-Life scenarios, and to assess the achieved (or expected) results of implemented (or planned) recycling optimization strategies. The paper is illustrated by a case study on the recycling of LCD televisions. (C) 2014 Elsevier Ltd. All rights reserved.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.JCLEPRO.2014.06.094
|
|
|
“A qualitative model structure sensitivity analysis method to support model selection”. Van Hoey S, Seuntjens P, van der Kwast J, Nopens I, Journal of hydrology 519, 3426 (2014). http://doi.org/10.1016/J.JHYDROL.2014.09.052
Abstract: The selection and identification of a suitable hydrological model structure is a more challenging task than fitting parameters of a fixed model structure to reproduce a measured hydrograph. The suitable model structure is highly dependent on various criteria, i.e. the modeling objective, the characteristics and the scale of the system under investigation and the available data. Flexible environments for model building are available, but need to be assisted by proper diagnostic tools for model structure selection. This paper introduces a qualitative method for model component sensitivity analysis. Traditionally, model sensitivity is evaluated for model parameters. In this paper, the concept is translated into an evaluation of model structure sensitivity. Similarly to the one-factor-at-a-time (OAT) methods for parameter sensitivity, this method varies the model structure components one at a time and evaluates the change in sensitivity towards the output variables. As such, the effect of model component variations can be evaluated towards different objective functions or output variables. The methodology is presented for a simple lumped hydrological model environment, introducing different possible model building variations. By comparing the effect of changes in model structure for different model objectives, model selection can be better evaluated. Based on the presented component sensitivity analysis of a case study, some suggestions with regard to model selection are formulated for the system under study: (1) a non-linear storage component is recommended, since it ensures more sensitive (identifiable) parameters for this component and less parameter interaction; (2) interflow is mainly important for the low flow criteria; (3) excess infiltration process is most influencing when focussing on the lower flows; (4) a more simple routing component is advisable; and (5) baseflow parameters have in general low sensitivity values, except for the low flow criteria. (C) 2014 Elsevier B.V. All rights reserved.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.JHYDROL.2014.09.052
|
|
|
“Accounting for land-use efficiency and temporal variations between brownfield remediation alternatives in life-cycle assessment”. Beames A, Broekx S, Heijungs R, Lookman R, Boonen K, Van Geert Y, Dendoncker K, Seuntjens P, Journal of cleaner production 101, 109 (2015). http://doi.org/10.1016/J.JCLEPRO.2015.03.073
Abstract: The latest life-cycle assessment methods account for land use, due to the production, use and disposal of products and services, in terms of ecosystem damage. The process of brownfield remediation converts otherwise idle urban space into productive space. The value to ecosystems in this context is of course limited since the brownfield site remains urban. When evaluating brownfield remediation technologies, the availability of space on-site is dependent on the duration of time required by the remediation technology to reach the remediation target. Remediation technology alternatives tend to vary largely in terms of duration. Comparative life-cycle assessments of remediation technologies, to date, present the large variations between alternatives in terms of remediation duration but do not translate this into an impact or parameter. The restored subsurface zone is often defined as a functional unit, when in fact the surface area is the resource restored by the remediation service. The economic benefits of making land resources available are particularly important considerations in the context of brownfield remediation. The research proposes an innovative impact assessment approach that allows land to be considered as a finite resource. The method is applied in a comparative life-cycle assessment of two potential remediation scenarios for an idle brownfield in the Brussels region of Belgium. The results show that there is a trade-off between greenhouse gas emissions and land availability and that both are largely dependent on the efficiency of the contaminant extraction mechanism. The results also raise the question as to whether the economic valuation of land, like precious metals and fossil fuels, provides an accurate reflection of the true value of the resource. Considering land as a resource at the midpoint level is also relevant in other urban contexts where competition exists between different land-uses, where urban sprawl is detrimental to undeveloped areas and where urban intensification is a policy objective. (C) 2015 Elsevier Ltd. All rights reserved.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.JCLEPRO.2015.03.073
|
|
|
“The addition of organic carbon and nitrate affects reactive transport of heavy metals in sandy aquifers”. Satyawali Y, Seuntjens P, Van Roy S, Joris I, Vangeel S, Dejonghe W, Vanbroekhoven K, Journal of contaminant hydrology 123, 83 (2011). http://doi.org/10.1016/J.JCONHYD.2010.12.009
Abstract: Organic carbon introduction in the soil to initiate remedial measures, nitrate infiltration due to agricultural practices or sulphate intrusion owing to industrial usage can influence the redox conditions and pH, thus affecting the mobility of heavy metals in soil and groundwater. This study reports the fate of Zn and Cd in sandy aquifers under a variety of plausible in-situ redox conditions that were induced by introduction of carbon and various electron acceptors in column experiments. Up to 100% Zn and Cd removal (from the liquid phase) was observed in all the four columns, however the mechanisms were different. Metal removal in column K1 (containing sulphate), was attributed to biological sulphate reduction and subsequent metal precipitation (as sulphides). In the presence of both nitrate and sulphate (K2), the former dominated the process, precipitating the heavy metals as hydroxides and/or carbonates. In the presence of sulphate, nitrate and supplemental iron (Fe(OH)(3)) (K3), metal removal was also due to precipitation as hydroxides and/or carbonates. In abiotic column, K4, (with supplemental iron (Fe(OH)(3)), but no nitrate), cation exchange with soil led to metal removal. The results obtained were modeled using the reactive transport model PHREEQC-2 to elucidate governing processes and to evaluate scenarios of organic carbon, sulphate and nitrate inputs. (C) 2010 Elsevier B.V. All rights reserved.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.JCONHYD.2010.12.009
|
|
|
“Aqueous solubility calculation for petroleum mixtures in soil using comprehensive two-dimensional gas chromatography analysis data”. Mao D, Lookman R, van de Weghe H, Vanermen G, de Brucker N, Diels L, Journal of chromatography : A 1216, 2873 (2009). http://doi.org/10.1016/J.CHROMA.2008.08.072
Abstract: An assessment of aqueous solubility (leaching potential) of soil contaminations with petroleum hydrocarbons (TPH) is important in the context of the evaluation of (migration) risks and soil/groundwater remediation. Field measurements using monitoring wells often overestimate real TPH concentrations in case of presence of pure oil in the screened interval of the well. This paper presents a method to calculate TPH equilibrium concentrations in groundwater using soil analysis by high-performance liquid chromatography followed by comprehensive two-dimensional gas chromatography (HPLCGCXGC). The oil in the soil sample is divided into 79 defined hydrocarbon fractions on two GCXGC color plots. To each of these fractions a representative water solubility is assigned. Overall equilibrium water solubility of the non-aqueous phase liquid (NAPL) present in the sample and the water phase's chemical composition (in terms of the 79 fractions defined) are then calculated using Raoult's law. The calculation method was validated using soil spiked with 13 different TPH mixtures and 1 field-contaminated soil. Measured water solubilities using a column recirculation equilibration experiment agreed well to calculated equilibrium concentrations and water phase TPH composition.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.CHROMA.2008.08.072
|
|
|
“Capture-ferment-upgrade : a three-step approach for the valorization of sewage organics as commodities”. Alloul A, Ganigue R, Spiller M, Meerburg F, Cagnetta C, Rabaey K, Vlaeminck SE, Environmental science and technology 52, 6729 (2018). http://doi.org/10.1021/ACS.EST.7B05712
Abstract: This critical review outlines a roadmap for the conversion of chemical oxygen demand (COD) contained in sewage to commodities based on three-steps: capture COD as sludge, ferment it to volatile fatty acids (VFA), and upgrade VFA to products. The article analyzes the state-of-the-art of this three step approach and discusses the bottlenecks and challenges. The potential of this approach is illustrated for the European Union's 28 member states (EU-28) through Monte Carlo simulations. High-rate contact stabilization captures the highest amount of COD (66-86 g COD person equivalent(-1) day(-1) in 60% of the iterations). Combined with thermal hydrolysis, this would lead to a VFA-yield of 23-44 g COD person equivalent(-1) day(-1). Upgrading VFA generated by the EU-28 would allow, in 60% of the simulations, for a yearly production of 0.2-2.0 megatonnes of esters, 0.7-1.4 megatonnes of polyhydroxyalkanoates or 0.6-2.2 megatonnes of microbial protein substituting, respectively, 20-273%, 70-140% or 21-72% of their global counterparts (i.e., petrochemical-based esters, bioplastics or fishmeal). From these flows, we conclude that sewage has a strong potential as biorefinery feedstock, although research is needed to enhance capture, fermentation and upgrading efficiencies. These developments need to be supported by economic/environmental analyses and policies that incentivize a more sustainable management of our resources.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1021/ACS.EST.7B05712
|
|
|
“Centralised, decentralised or hybrid sanitation systems? Economic evaluation under urban development uncertainty and phased expansion”. Roefs I, Meulman B, Vreeburg JHG, Spiller M, Water research 109, 274 (2017). http://doi.org/10.1016/J.WATRES.2016.11.051
Abstract: Sanitation systems are built to be robust, that is, they are dimensioned to cope with population growth and other variability that occurs throughout their lifetime. It was recently shown that building sanitation systems in phases is more cost effective than one robust design. This phasing can take place by building small autonomous decentralised units that operate closer to the actual demand. Research has shown that variability and uncertainty in urban development does affect the cost effectiveness of this approach. Previous studies do not, however, consider the entire sanitation system from collection to treatment. The aim of this study is to assess the economic performance of three sanitation systems with different scales and systems characteristics under a variety of urban development pathways. Three systems are studied: (I) a centralised conventional activated sludge treatment, (II) a community on site source separation grey water and black water treatment and (III) a hybrid with grey water treatment at neighbourhood scale and black water treatment off site. A modelling approach is taken that combines a simulation of greenfield urban growth, a model of the wastewater collection and treatment infrastructure design properties and a model that translates design parameters into discounted asset lifetime costs. Monte Carlo simulations are used to evaluate the economic performance under uncertain development trends. Results show that the conventional system outperforms both of the other systems when total discounted lifetime costs are assessed, because it benefits from economies of scale. However, when population growth is lower than expected, the source-separated system is more cost effective, because of reduced idle capacity. The hybrid system is not competitive under any circumstance due to the costly double piping and treatment. (C) 2016 Elsevier Ltd. All rights reserved.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.WATRES.2016.11.051
|
|
|
“Characterisation of hydrous ferric oxides derived from iron-rich groundwaters and their contribution to the suspended sediment of streams”. Baken S, Sjostedt C, Gustafsson JP, Seuntjens P, Desmet N, De Schutter J, Smolders E, Applied geochemistry 39, 59 (2013). http://doi.org/10.1016/J.APGEOCHEM.2013.09.013
Abstract: When Fe(II) bearing groundwaters surface in streams, particulate authigenic Fe-rich material is produced by oxidation. Such freshly precipitated Fe minerals may be transported as suspended sediment and have a profound impact on the fate of trace metals and nutrients in rivers. The objective of this study was to monitor changes in mineralogy and composition of authigenic material from its source to streams of increasing order. Groundwaters, surface waters, and suspended sediment in streams of different order were sampled in the Kleine Nete catchment (Belgium), a lowland with Fe-rich groundwaters (3.5-53.8 mg Fe/L; pH 6.3-6.9). Fresh authigenic material (>0.45 mu m) was produced by oxidising filtered (<0.45 mu m) groundwater and surface water. This material contained, on average, 44% Fe, and smaller concentrations of C, P, and Ca. Iron EXAFS (Extended X-ray Absorption Fine Structure) spectroscopy showed that the Fe was present as poorly crystalline hydrous ferric oxides with a structure similar to that of ferrihydrite. The Fe concentration in the suspended sediment samples decreased to 36-40% (stream order 2), and further to 18-26% (stream order 4 and 5). Conversely, the concentrations of organic C, Ca, Si, and trace metals increased with increasing stream order, suggesting mixing of authigenic material with suspended sediment from a different source. The Fe speciation in the suspended sediment was similar to that in fresh authigenic material, but more Fe-Fe interactions were observed, i.e. it was increasingly hydrolysed, suggesting ageing reactions. The suspended sediment in the streams of order 4 and 5 is estimated to contain between 31% and 59% of authigenic material, but more data are needed to refine this estimate. The authigenic material is an important sink for P in these streams which may alleviate the eutrophication risk in this catchment. (C) 2013 Elsevier Ltd. All rights reserved.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.APGEOCHEM.2013.09.013
|
|
|
“Combining HPLC-GCXGC, GCXGC/ToF-MS, and selected ecotoxicity assays for detailed monitoring of petroleum hydrocarbon degradation in soil and leaching water”. Mao D, Lookman R, van de Weghe H, Weltens R, Vanermen G, de Brucker N, Diels L, Environmental science and technology 43, 7651 (2009). http://doi.org/10.1021/ES9015603
Abstract: HPLC-GCXGC/FID (high-performance liquid chromatography followed by comprehensive two-dimensional gas chromatography with flame-ionization detection) and GCXGC/ToF-MS (comprehensive two-dimensional gas chromatography with time-of-flight mass spectrometry) were used to study the biodegradation of petroleum hydrocarbons in soil microcosms during 20 weeks. Two soils were studied: one spiked with fresh diesel and one field sample containing weathered diesel-like oil. Nutrient amended and unamended samples were included. Total petroleum hydrocarbon (TPH) levels in spiked soil decreased from 15000 to 7500 mg/kg d.m. and from 12000 to 4000 mg/kg d.m. in the field soil. Linear alkanes and aromatic hydrocarbons were better biodegradable (>60% degraded) than iso-alkanes; cycloalkanes were least degradable (<40%). Aromatic hydrocarbons up to three rings showed better degradability than n-alkanes. GCXGC/ToF-MS analysis of leaching water showed that initially various oxygenated hydrocarbons were produced. Compound peaks seemed to move up and rightward in the GCXGC chromatograms, indicating that more polar and heavier compounds were formed as biodegradation proceeded. Nutrient amendment can increase TPH removal rates, but had adverse effects on ecotoxicity and leaching potential in our experiment. This was explained by observed shifts in the soil microbial community. Ecotoxicity assays showed that residual TPH still inhibited cress (Lepidium sativum) seed germination, but the leaching water was no longer toxic toward luminescent bacteria (Vibrio fischeri).
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1021/ES9015603
|
|
|
“Combining multi-receiver electromagnetic induction and stepped frequency ground penetrating radar for industrial site investigation”. Van De Vijver E, Van Meirvenne M, Saey T, Delefortrie S, De Smedt P, De Pue J, Seuntjens P, European journal of soil science 66, 688 (2015). http://doi.org/10.1111/EJSS.12229
Abstract: The soil at industrial sites is frequently characterized by very heterogeneous properties, which are often related to physical disturbance and contamination. A conventional approach to characterize the soil, with only a limited number of invasive observations, fails to capture the full extent of soil heterogeneity. Proximal soil sensing provides efficient tools to record spatially dense soil information. Nevertheless, because the output of most sensors is affected by more than one soil property, the simultaneous characterization of different soil properties requires the use of multiple sensors. Here, we apply multi-receiver electromagnetic induction (EMI) and stepped frequency ground penetrating radar (GPR) to survey a former gasworks site in a seaport area of Belgium. We used the EMI and GPR sensors in a motorized system to obtain densely sampled measurements of apparent electrical conductivity, apparent magnetic susceptibility and contrasts in relative dielectric permittivity. Our study shows that the sensors give detailed information on the variation in these electromagnetic soil properties. Interpretation of the variation in terms of the stratification of the soil was hampered by localized anthropogenic disturbances. However, the sensors provided complementary information that enabled the identification, discrimination and accurate location of several of these localized disturbances, including underground utility services such as electric cables, buried structures such as the remains of foundations and contamination by salts. Because these represent typical targets in industrial site investigation, we conclude that multi-receiver EMI and stepped frequency GPR provide a useful set of tools to expedite the investigation of industrial sites.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1111/EJSS.12229
|
|
|
“Corrosion rate estimations of microscale zerovalent iron particles via direct hydrogen production measurements”. Velimirovic M, Carniato L, Simons Q, Schoups G, Seuntjens P, Bastiaens L, Journal of hazardous materials 270, 18 (2014). http://doi.org/10.1016/J.JHAZMAT.2014.01.034
Abstract: In this study, the aging behavior of microscale zerovalent iron (mZVI) particles was investigated by quantifying the hydrogen gas generated by anaerobic mZVI corrosion in batch degradation experiments. Granular iron and nanoscale zerovalent iron (nZVI) particles were included in this study as controls. Firstly, experiments in liquid medium (without aquifer material) were performed and revealed that mZV1 particles have approximately a 10-30 times lower corrosion rate than nZVI particles. A good correlation was found between surface area normalized corrosion rate (R-SA) and reaction rate constants (K-SA) of PCE, TCE, cDCE and 1,1,1-TCA. Generally, particles with higher degradation rates also have faster corrosion rates, but exceptions do exists. In a second phase, the hydrogen evolution was also monitored during batch tests in the presence of aquifer material and real groundwater. A 4-9 times higher corrosion rate of mZV1 particles was observed under the natural environment in comparison with the aquifer free artificial condition, which can be attributed to the low pH of the aquifer and its buffer capacity. A corrosion model was calibrated on the batch experiments to take into account the inhibitory effects of the corrosion products (dissolved iron, hydrogen and OH-) on the iron corrosion rate. (C) 2014 Elsevier B.V. All rights reserved.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.JHAZMAT.2014.01.034
|
|
|
“Detailed analysis of petroleum hydrocarbon attenuation in biopiles by high-performance liquid chromatography followed by comprehensive two-dimensional gas chromatography”. Mao D, Lookman R, van de Weghe H, Vanermen G, de Brucker N, Diels L, Journal of chromatography : A 1216, 1524 (2009). http://doi.org/10.1016/J.CHROMA.2008.12.087
Abstract: Enhanced bioremediation of petroleum hydrocarbons in two biopiles was quantified by high-performance liquid chromatography (HPLC) followed by comprehensive two-dimensional gas chromatography (GCXGC). The attenuation of 34 defined hydrocarbon classes was calculated by HPLCGCXGC analysis of representative biopile samples at start-up and after 18 weeks of biopile operation. In general, a-cyclic alkanes were most efficiently removed from the biopiles, followed by monoaromatic hydrocarbons. Cycloalkanes and polycyclic aromatic hydrocarbons (PAHs) were more resistant to degradation. A-cyclic biomarkers farnesane, trimethyl-C13, norpristane, pristane and phytane dropped to only about 10% of their initial concentrations. On the other hand, C29C31 hopane concentrations remained almost unaltered after 18 weeks of biopile operation, confirming their resistance to biodegradation. They are thus reliable indicators to estimate attenuation potential of petroleum hydrocarbons in biopile processed soils.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1016/J.CHROMA.2008.12.087
|
|
|
“Determining groundwater-surface water exchange from temperature-time series : combining a local polynomial method with a maximum likelihood estimator”. Vandersteen G, Schneidewind U, Anibas C, Schmidt C, Seuntjens P, Batelaan O, Water resources research 51, 922 (2015). http://doi.org/10.1002/2014WR015994
Abstract: The use of temperature-time series measured in streambed sediments as input to coupled water flow and heat transport models has become standard when quantifying vertical groundwater-surface water exchange fluxes. We develop a novel methodology, called LPML, to estimate the parameters for 1-D water flow and heat transport by combining a local polynomial (LP) signal processing technique with a maximum likelihood (ML) estimator. The LP method is used to estimate the frequency response functions (FRFs) and their uncertainties between the streambed top and several locations within the streambed from measured temperature-time series data. Additionally, we obtain the analytical expression of the FRFs assuming a pure sinusoidal input. The estimated and analytical FRFs are used in an ML estimator to deduce vertical groundwater-surface water exchange flux and its uncertainty as well as information regarding model quality. The LPML method is tested and verified with the heat transport models STRIVE and VFLUX. We demonstrate that the LPML method can correctly reproduce a priori known fluxes and thermal conductivities and also show that the LPML method can estimate averaged and time-variable fluxes from periodic and nonperiodic temperature records. The LPML method allows for a fast computation of exchange fluxes as well as model and parameter uncertainties from many temperature sensors. Moreover, it can utilize a broad frequency spectrum beyond the diel signal commonly used for flux calculations.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1002/2014WR015994
|
|
|
“Development of a Java-based application for environmental remote sensing data processing”. Semlali B-eddine B, El Amrani C, Denys S, International Journal of Electrical and Computer Engineering 9, 1978 (2019). http://doi.org/10.11591/IJECE.V9I3.PP1978-1986
Abstract: Air pollution is one of the most serious problems the world faces today. It is highly necessary to monitor pollutants in real-time to anticipate and reduce damages caused in several fields of activities. Likewise, it is necessary to provide decision makers with useful and updated environmental data. As a solution to a part of the above-mentioned necessities, we developed a Java-based application software to collect, process and visualize several environmental and pollution data, acquired from the Mediterranean Dialog earth Observatory (MDEO) platform [1]. This application will amass data of Morocco area from EUMETSAT satellites, and will decompress, filter and classify the received datasets. Then we will use the processed data to build an interactive environmental real-time map of Morocco. This should help finding out potential correlations between pollutants and emitting sources.
Keywords: A1 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.11591/IJECE.V9I3.PP1978-1986
|
|