Abstract: Hoofd-halskanker vormt een aanzienlijke uitdaging met bijna 900.000 nieuwe diagnoses per jaar, waarbij de jaarlijkse incidentie blijft stijgen. Vaak wordt de diagnose pas in een laat stadium gesteld, wat complexe behandelingen noodzakelijk maakt. Terugval van patiënten is helaas een veelvoorkomend probleem. De gemiddelde overlevingsduur is beperkt tot enkele maanden. Daarom is er een dringende behoefte om nieuwe, veelbelovende behandelingen te ontwikkelen voor patiënten met hoofd-halskanker. Voor het bereiken van deze vooruitgang spelen innovatieve studiemodellen een cruciale rol. Het ontwikkelen van deze nieuwe behandelingen start met laboratoriumonderzoek, waarbij traditionele tweedimensionale celculturen hun beperkingen hebben. Daarom verschuiven onderzoekers hun aandacht meer en meer naar geavanceerdere driedimensionale modellen, met hoofd-halskankerorganoïden als beloftevol nieuw model. Dit model behoudt immers zowel het genetische profiel als de morfologische kenmerken van de originele tumor van de hoofd-halskankerpatiënt. Hoofdhalskankerorganoïden bieden daarom de mogelijkheid om innovatieve behandelingen te testen en kunnen mogelijk zelfs de respons van een patiënt op bepaalde therapieën voorspellen. Hoewel tumororganoïden als ‘patiënt-in-het-lab’ veelbelovend zijn, zijn er uitdagingen te overwinnen, zoals de ontwikkelingstijd en de toepasbaarheid bij alle tumortypes, evenals het ontbreken van immuuncellen en andere micro-omgevingscomponenten. Er is daarom een grote behoefte aan gestandaardiseerde protocollen voor de ontwikkeling van organoïden en verkorting van de ontwikkelingstijd. Concluderend bieden driedimensionale hoofd-halskankerorganoïden een veelbelovend perspectief voor de toekomst van kankerbehandelingen. Ze hebben het potentieel om bij te dragen aan de ontwikkeling van gepersonaliseerde behandelingen en zo de overlevingskansen van kankerpatiënten te verbeteren. Het is echter belangrijk om hun voorspellend vermogen en toepassingsmogelijkheden verder te onderzoeken, voordat ze op grote schaal worden geïmplementeerd.

Abstract: Although the analysis of thermal water by spark-source mass spectrometry (SSMS) is rather timeconsuming, it allows the detection of about 20 elements of geochemical interest down to the ppb-level. A physical preconcentration is proposed in order to collect elements having quite different chemical properties, e.g. alkalis, transition elements, and elements occurring in anionic form. The relative sensitivity factors appear to be rather independent of the salt content of the graphite electrodes. Contrary to neutron activation analysis, SSMS has a quite uniform elemental sensitivity, and allows to determine elements for which neutron activation is not suitable, e.g. Sn and Pb. The precision of SSMS is however by a factor of about 2 worse than that obtained for neutron activation.

Abstract: Nanocrystalline diamond films have generated much interested due to their diamond-like properties and low surface roughness. Several techniques have been used to obtain a high re-nucleation rate, such as hydrogen poor or high methane concentration plasmas. In this work, the properties of nano-diamond films grown on silicon substrates using a continuous DC bias voltage during the complete duration of growth are studied. Subsequently, the layers were characterised by several morphological, structural and optical techniques. Besides a thorough investigation of the surface structure, using SEM and AFM, special attention was paid to the bulk structure of the films. The application of FTIR, XRD, multi wavelength Raman spectroscopy, TEM and EELS yielded a detailed insight in important properties such as the amount of crystallinity, the hydrogen content and grain size. Although these films are smooth, they are under a considerable compressive stress. FTIR spectroscopy points to a high hydrogen content in the films, while Raman and EELS indicate a high concentration of sp2 carbon. TEM and EELS show that these films consist of diamond nano-grains mixed with an amorphous sp2 bonded carbon, these results are consistent with the XRD and UV Raman spectroscopy data.

Abstract: Sensitive multi‐element analytical techniques were applied to determine 24 dissolved trace components in 25 different water samples from a 10 km2 zone in Brittany, France. Correspondence factor and multiple regression analyses showed that the elements considered are influenced mainly by the presence of: Fe‐Mn oxide accumulations, a local poly‐metallic sulfide mineralization, and non‐mineralized host rocks, agricultural activity and abundant organic material in local swamps. Via these numerical techniques the location of the poly‐metallic ore body can be derived from the data set.

Abstract: Synthetic glucocorticoids (GC) are the mainstay therapy for treatment of acute and chronic inflammatory disorders. Due to the high adverse effects associated with long-term use, GC pharmacology has focused since the nineties on more selective GC ligand-binding strategies, classified as selective glucocorticoid receptor (GR) agonists (SEGRAs) or selective glucocorticoid receptor modulators (SEGRMs). In the current study, GSK866 analogs with electrophilic covalent-binding warheads were developed with potential SEGRA properties to improve their clinical safety profile for long-lasting topical skin disease applications. Since the off-rate of a covalently binding drug is negligible compared to that of a non-covalent drug, its therapeutic effects can be prolonged and typically, smaller doses of the drug are necessary to reach the same level of therapeutic efficacy, thereby potentially reducing systemic side effects. Different analogs of SEGRA GSK866 coupled to cysteine reactive warheads were characterized for GR potency and selectivity in various biochemical and cellular assays. GR- and NFκB-dependent reporter gene studies show favorable anti-inflammatory properties with reduced GR transactivation of two non-steroidal GSK866 analogs UAMC-1217 and UAMC-1218, whereas UAMC-1158 and UAMC-1159 compounds failed to modulate cellular GR activity. These results were further supported by GR immuno-localization and S211 phospho-GR western analysis, illustrating significant GR phosphoactivation and nuclear translocation upon treatment of GSK866, UAMC-1217, or UAMC-1218, but not in case of UAMC-1158 or UAMC-1159. Furthermore, mass spectrometry analysis of tryptic peptides of recombinant GR ligand-binding domain (LBD) bound to UAMC-1217 or UAMC-1218 confirmed covalent cysteine-dependent GR binding. Finally, molecular dynamics simulations, as well as glucocorticoid receptor ligand-binding domain (GR-LBD) coregulator interaction profiling of the GR-LBD bound to GSK866 or its covalently binding analogs UAMC-1217 or UAMC-1218 revealed subtle conformational differences that might underlie their SEGRA properties. Altogether, GSK866 analogs UAMC-1217 and UAMC-1218 hold promise as a novel class of covalent-binding SEGRA ligands for the treatment of topical inflammatory skin disorders.