“DBD in burst mode: solution for more efficient CO2conversion?”.Ozkan A, Dufour T, Silva T, Britun N, Snyders R, Reniers F, Bogaerts A, Plasma sources science and technology 25, 055005 (2016). http://doi.org/10.1088/0963-0252/25/5/055005
Abstract: CO2 conversion into value-added products has gained significant interest over the few last years, as the greenhouse gas concentrations constantly increase due to anthropogenic activities. Here we report on experiments for CO2 conversion by means of a cold atmospheric plasma using a cylindrical flowing dielectric barrier discharge (DBD) reactor. A detailed comparison of this DBD ignited in a so-called burst mode (i.e. where an AC voltage is applied during a limited amount of time) and pure AC mode is carried out to evaluate their effect on the conversion of CO2 as well as on the energy efficiency. Decreasing the duty cycle in the burst mode from 100% (i.e. corresponding to pure AC mode) to 40% leads to a rise in the
conversion from 16–26% and to a rise in the energy efficiency from 15 to 23%. Based on a detailed electrical analysis, we show that the conversion correlates with the features of the microfilaments. Moreover, the root-mean-square voltage in the burst mode remains constant as a function of the process time for the duty cycles <70%, while a higher duty cycle or the usual pure AC mode leads to a clear voltage decay by more than 500 V, over approximately 90 s, before reaching a steady state regime. The higher plasma voltage in the burst mode yields a higher electric field. This causes the increasing the electron energy, and therefore their
involvement in the CO2 dissociation process, which is an additional explanation for the higher CO2 conversion and energy efficiency in the burst mode.
Keywords: A1 Journal article; Plasma Lab for Applications in Sustainability and Medicine – Antwerp (PLASMANT)
Impact Factor: 3.302
Times cited: 17
DOI: 10.1088/0963-0252/25/5/055005
|
“DC conductivity of twisted bilayer graphene: Angle-dependent transport properties and effects of disorder”. Andelkovic M, Covaci L, Peeters FM, Physical review materials 2, 034004 (2018). http://doi.org/10.1103/PHYSREVMATERIALS.2.034004
Abstract: The in-plane dc conductivity of twisted bilayer graphene is calculated using an expansion of the real-space Kubo-Bastin conductivity in terms of Chebyshev polynomials. We investigate within a tight-binding approach the transport properties as a function of rotation angle, applied perpendicular electric field, and vacancy disorder. We find that for high-angle twists, the two layers are effectively decoupled, and the minimum conductivity at the Dirac point corresponds to double the value observed in monolayer graphene. This remains valid even in the presence of vacancies, hinting that chiral symmetry is still preserved. On the contrary, for low twist angles, the conductivity at the Dirac point depends on the twist angle and is not protected in the presence of disorder. Furthermore, for low angles and in the presence of an applied electric field, we find that the chiral boundary states emerging between AB and BA regions contribute to the dc conductivity, despite the appearance of localized states in the AA regions. The results agree qualitatively with recent transport experiments in low-angle twisted bilayer graphene.
Keywords: A1 Journal article; Condensed Matter Theory (CMT)
Times cited: 27
DOI: 10.1103/PHYSREVMATERIALS.2.034004
|
“De belofte van hoofdhalskankerorganoïden in kankeronderzoek : een blik op de toekomst”. Zaryouh H, Verswyvel H, Bauwens M, Van Haesendonck G, Deben C, Lin A, De Waele J, Vermorken JB, Koljenovic S, Bogaerts A, Lardon F, Smits E, Wouters A, Onco-hemato : multidisciplinair tijdschrift voor oncologie 17, 54 (2023)
Abstract: Hoofd-halskanker vormt een aanzienlijke uitdaging met bijna 900.000 nieuwe diagnoses per jaar, waarbij de jaarlijkse incidentie blijft stijgen. Vaak wordt de diagnose pas in een laat stadium gesteld, wat complexe behandelingen noodzakelijk maakt. Terugval van patiënten is helaas een veelvoorkomend probleem. De gemiddelde overlevingsduur is beperkt tot enkele maanden. Daarom is er een dringende behoefte om nieuwe, veelbelovende behandelingen te ontwikkelen voor patiënten met hoofd-halskanker. Voor het bereiken van deze vooruitgang spelen innovatieve studiemodellen een cruciale rol. Het ontwikkelen van deze nieuwe behandelingen start met laboratoriumonderzoek, waarbij traditionele tweedimensionale celculturen hun beperkingen hebben. Daarom verschuiven onderzoekers hun aandacht meer en meer naar geavanceerdere driedimensionale modellen, met hoofd-halskankerorganoïden als beloftevol nieuw model. Dit model behoudt immers zowel het genetische profiel als de morfologische kenmerken van de originele tumor van de hoofd-halskankerpatiënt. Hoofdhalskankerorganoïden bieden daarom de mogelijkheid om innovatieve behandelingen te testen en kunnen mogelijk zelfs de respons van een patiënt op bepaalde therapieën voorspellen. Hoewel tumororganoïden als ‘patiënt-in-het-lab’ veelbelovend zijn, zijn er uitdagingen te overwinnen, zoals de ontwikkelingstijd en de toepasbaarheid bij alle tumortypes, evenals het ontbreken van immuuncellen en andere micro-omgevingscomponenten. Er is daarom een grote behoefte aan gestandaardiseerde protocollen voor de ontwikkeling van organoïden en verkorting van de ontwikkelingstijd. Concluderend bieden driedimensionale hoofd-halskankerorganoïden een veelbelovend perspectief voor de toekomst van kankerbehandelingen. Ze hebben het potentieel om bij te dragen aan de ontwikkeling van gepersonaliseerde behandelingen en zo de overlevingskansen van kankerpatiënten te verbeteren. Het is echter belangrijk om hun voorspellend vermogen en toepassingsmogelijkheden verder te onderzoeken, voordat ze op grote schaal worden geïmplementeerd.
Keywords: A2 Journal article; Center for Oncological Research (CORE); Plasma Lab for Applications in Sustainability and Medicine – Antwerp (PLASMANT)
|
“De combinatie werk-gezin en het gebruik van formele kinderopvang bij vrouwen met een migratieachtergrond : een mixed methods-benadering”. Wood J, Geerts R, Majean L, Coene V, Vanheeswijck J, de Smalen D, Ronda T, Keizer K, Sociologos (Brussel) 40, 123 (2019)
Keywords: A1 Journal article; Sociology; Centre for Population, Family and Health; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL); Centre for Research on Environmental and Social Change
|
“De kleine boerderij : twee bijzondere tuinkamers”. Vermander C, De Wael J, Gielis J, Groencontact 45, 14 (2019)
Keywords: A2 Journal article; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
|
“Deacetylation of mannosylerythritol lipids in hydrophobic natural deep eutectic solvents”. Cassimon J, Kovács A, Neyts E, Cornet I, Billen P, European journal of organic chemistry 27, e202300934 (2023). http://doi.org/10.1002/EJOC.202300934
Abstract: Mannosylerythritol lipids (MELs) are a promising group of biosurfactants due to their high fermentation yield, selfassembly and biological activity. During fermentation by Pseudozyma aphidis, a mixture of MELs with different levels of acylation is formed, of which the fully deacetylated form is the most valuable. In order to reduce the environmental impact of deacetylation, an enzymatic process using natural deep eutectic solvents (NADES) has been developed. We tested the deacetylation of a purified MELs mixture with immobilized Candida antarctica lipase B enzyme and 2-ethylhexanol as co-substrate in 140 h reactions with different NADES. We identified hydrophobic NADES systems with similar yields and kinetics as in pure 2-ethylhexanol solvent. Our results indicate that deacetylation of MELs mixtures in NADES as a solvent is possible with yields comparable to pure co-substrate and that hydrophobic NADES without carboxylic acid compounds facilitate the reaction to the greatest extent.
Keywords: A1 Journal article; Engineering sciences. Technology; Plasma Lab for Applications in Sustainability and Medicine – Antwerp (PLASMANT); Biochemical Wastewater Valorization & Engineering (BioWaVE); Intelligence in PRocesses, Advanced Catalysts and Solvents (iPRACS)
Impact Factor: 2.8
DOI: 10.1002/EJOC.202300934
|
“Deactivation of Sn-Beta during carbohydrate conversion”. van der Graaf WNP, Tempelman CHL, Hendriks FC, Ruiz-Martinez J, Bals S, Weckhuysen BM, Pidko EA, Hensen EJM, Applied catalysis : A : general 564, 113 (2018). http://doi.org/10.1016/J.APCATA.2018.07.023
Abstract: The deactivation of Sn-Beta zeolite catalyst during retro-aldolization and isomerization of glucose is investigated. Confocal fluorescence microscopy reveals that retro-aldolization of glucose in CH3OH at 160 degrees C is accompanied with the build-up of insoluble oligomeric deposits in the micropores, resulting in a rapid catalyst deactivation. These deposits accumulate predominantly in the outer regions of the zeolite crystals, which points to mass transport limitations. Glucose isomerization in water is not only accompanied by the formation of insoluble deposits in the micropores, but also by the structural degradation of the zeolite due to desilication and destannation. Enhanced and sustained catalytic performance can be achieved by using ethanol/water mixtures as the reaction solvent instead of water.
Keywords: A1 Journal article; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 4.339
Times cited: 25
DOI: 10.1016/J.APCATA.2018.07.023
|
“Deactivation study of Fe2O3-CeO2 during redox cycles for CO production from CO2”. Dharanipragada NVRA, Meledina M, Galvita VV, Poelman H, Turner S, Van Tendeloo G, Detavernier C, Marin GB, Industrial and engineering chemistry research 55, 5911 (2016). http://doi.org/10.1021/acs.iecr.6b00963
Abstract: Deactivation was investigated in Fe2O3-CeO2 oxygen storage materials during repeated H-2-reduction and CO2-reoxidation. In situ XRD, XAS, and TEM were used to identify phases, crystallite sizes, and morphological changes upon cycling operation. The effect of redox cycling was investigated both in Fe-rich (80 wt % Fe2O3-CeO2) and Ce-rich (10 wt %Fe2O3-CeO2) materials. The former consisted of 100 nm Fe2O3 particles decorated with 5-10 nm Ce1-xFexO2-x. The latter presented CeO2 with incorporated Fe, i.e. a solid solution of Ce1-xFexO2-x, as the main oxygen carrier. By modeling the EXAFS Ce-K signal for as-prepared 10 wt %Fe2O3-CeO2, the amount of Fe in CeO2 was determined as 21 mol %, corresponding to 86% of the total iron content. Sintering and solid solid transformations, the latter including both new phase formation and element segregation, were identified as deactivation pathways upon redox cycling. In Ce-rich material, perovskite (CeFeO3) was identified by XRD. This phase remained inert during reduction and reoxidation, resulting in an overall lower oxygen storage capacity. Further, Fe segregated from the solid solution, thereby decreasing its reducibility. In addition, an increase in crystallite size occurred for all phases. In Fe-rich material, sintering is the main deactivation pathway, although Fe segregation from the solid solution and perovskite formation cannot be excluded.
Keywords: A1 Journal article; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 2.843
Times cited: 26
DOI: 10.1021/acs.iecr.6b00963
|
“Dealing with architectural glasses : maintenance, monitoring and emergency treatment”. De Vis K, Janssens K, Jacobs P, Caen J, (2015)
Keywords: P3 Proceeding; Engineering sciences. Technology; AXES (Antwerp X-ray Analysis, Electrochemistry and Speciation); Antwerp Cultural Heritage Sciences (ARCHES)
|
“Deammonification for digester supernatant pretreated with thermal hydrolysis : overcoming inhibition through process optimization”. Zhang Q, De Clippeleir H, Su C, Al-Omari A, Wett B, Vlaeminck SE, Murthy S, Applied microbiology and biotechnology 100, 5595 (2016). http://doi.org/10.1007/S00253-016-7368-0
Abstract: The thermal hydrolysis process (THP) has been proven to be an excellent pretreatment step for an anaerobic digester (AD), increasing biogas yield and decreasing sludge disposal. The goal of this work was to optimize deammonification for efficient nitrogen removal despite the inhibition effects caused by the organics present in the THP-AD sludge filtrate (digestate). Two sequencing batch reactors were studied treating conventional digestate and THP-AD digestate, respectively. Improved process control based on higher dissolved oxygen set-point (1 mg O-2/L) and longer aeration times could achieve successful treatment of THP-AD digestate. This increased set-point could overcome the inhibition effect on aerobic ammonium-oxidizing bacteria (AerAOB), potentially caused by particulate and colloidal organics. Moreover, based on the mass balance, anoxic ammonium-oxidizing bacteria (AnAOB) contribution to the total nitrogen removal decreased from 97 +/- A 1 % for conventional to 72 +/- A 5 % for THP-AD digestate treatment, but remained stable by selective AnAOB retention using a vibrating screen. Overall, similar total nitrogen removal rates of 520 +/- A 28 mg N/L/day at a loading rate of 600 mg N/L/day were achieved in the THP-AD reactor compared to the conventional digestate treatment operating at low dissolved oxygen (DO) (0.38 +/- A 0.10 mg O-2/L).
Keywords: A1 Journal article; Engineering sciences. Technology; Sustainable Energy, Air and Water Technology (DuEL)
DOI: 10.1007/S00253-016-7368-0
|
“Decadal soil warming decreased vascular plant above and belowground production in a subarctic grassland by inducing nitrogen limitation”. Fang C, Verbrigghe N, Sigurdsson BDD, Ostonen I, Leblans NIW, Maranon-Jimenez S, Fuchslueger L, Sigurosson P, Meeran K, Portillo-Estrada M, Verbruggen E, Richter A, Sardans J, Penuelas J, Bahn M, Vicca S, Janssens IA, New phytologist 240, 565 (2023). http://doi.org/10.1111/NPH.19177
Abstract: Below and aboveground vegetation dynamics are crucial in understanding how climate warming may affect terrestrial ecosystem carbon cycling. In contrast to aboveground biomass, the response of belowground biomass to long-term warming has been poorly studied. Here, we characterized the impacts of decadal geothermal warming at two levels (on average +3.3 degrees C and +7.9 degrees C) on below and aboveground plant biomass stocks and production in a subarctic grassland. Soil warming did not change standing root biomass and even decreased fine root production and reduced aboveground biomass and production. Decadal soil warming also did not significantly alter the root-shoot ratio. The linear stepwise regression model suggested that following 10 yr of soil warming, temperature was no longer the direct driver of these responses, but losses of soil N were. Soil N losses, due to warming-induced decreases in organic matter and water retention capacity, were identified as key driver of the decreased above and belowground production. The reduction in fine root production was accompanied by thinner roots with increased specific root area. These results indicate that after a decade of soil warming, plant productivity in the studied subarctic grassland was affected by soil warming mainly by the reduction in soil N.
Keywords: A1 Journal article; Plant and Ecosystems (PLECO) – Ecology in a time of change
Impact Factor: 9.4
DOI: 10.1111/NPH.19177
|
“Deciphering the interactions between single arm dislocation sources and coherent twin boundary in nickel bi-crystal”. Samaee V, Dupraz M, Pardoen T, VAn Swygenhoven H, Schryvers D, Idrissi H, Nature Communications 12, 962 (2021). http://doi.org/10.1038/S41467-021-21296-Z
Abstract: The introduction of a well-controlled population of coherent twin boundaries (CTBs) is an attractive route to improve the strength ductility product in face centered cubic (FCC) metals. However, the elementary mechanisms controlling the interaction between single arm dislocation sources (SASs), often present in nanotwinned FCC metals, and CTB are still not well understood. Here, quantitative in-situ transmission electron microscopy (TEM) observations of these mechanisms under tensile loading are performed on submicron Ni bi-crystal. We report that the absorption of curved screw dislocations at the CTB leads to the formation of constriction nodes connecting pairs of twinning dislocations at the CTB plane in agreement with large scale 3D atomistic simulations. The coordinated motion of the twinning dislocation pairs due to the presence of the nodes leads to a unique CTB sliding mechanism, which plays an important role in initiating the fracture process at a CTB ledge. TEM observations of the interactions between non-screw dislocations and the CTB highlight the importance of the synergy between the repulsive force of the CTB and the back stress from SASs when the interactions occur in small volumes. Interactions of dislocations with coherent twin boundaries contribute to strength and ductility in metals, but investigating the interaction mechanisms is challenging. Here the authors unravel these mechanisms through quantitative in-situ transmission electron microscopy observations in nickel bi-crystal samples under tensile loading.
Keywords: A1 Journal article; Engineering sciences. Technology; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 12.124
DOI: 10.1038/S41467-021-21296-Z
|
“Deciphering the role of water in promoting the optoelectronic performance of surface-engineered lead halide perovskite nanocrystals”. Bhatia H, Martin C, Keshavarz M, Dovgaliuk I, Schrenker NJ, Ottesen M, Qiu W, Fron E, Bremholm M, Van de Vondel J, Bals S, Roeffaers MBJ, Hofkens J, Debroye E, ACS applied materials and interfaces 15, 7294 (2023). http://doi.org/10.1021/ACSAMI.2C20605
Abstract: Lead halide perovskites are promising candidates for applicability is limited by their structural instability toward moisture. Although a deliberate addition of water to the precursor solution has recently been shown to improve the crystallinity and optical properties of perovskites, the corresponding thin films still do not exhibit a near-unity quantum yield. Herein, we report that the direct addition of a minute amount of water to post-treated substantially enhances the stability while achieving a 95% photoluminescence quantum yield in a NC thin film. We unveil the mechanism of how moisture assists in the formation of an additional NH4Br component. Alongside, we demonstrate the crucial role of moisture in assisting localized etching of the perovskite crystal, facilitating the partial incorporation of NH4+, which is key for improved performance under ambient conditions. Finally, as a proof-of-concept, the application of post-treated and watertreated perovskites is tested in LEDs, with the latter exhibiting a superior performance, offering opportunities toward commercial application in moisture-stable optoelectronics.
Keywords: A1 Journal article; Engineering sciences. Technology; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 9.5
Times cited: 3
DOI: 10.1021/ACSAMI.2C20605
|
“Decoding Excimer Formation in Covalent–Organic Frameworks Induced by Morphology and Ring Torsion”. Chakraborty J, Chatterjee A, Molkens K, Nath I, Arenas Esteban D, Bourda L, Watson G, Liu C, Van Thourhout D, Bals S, Geiregat P, Van der Voort P, Advanced Materials (2024). http://doi.org/10.1002/adma.202314056
Abstract: A thorough and quantitative understanding of the fate of excitons in covalent–organic frameworks (COFs) after photoexcitation is essential for their augmented optoelectronic and photocatalytic applications via precise structure tuning. The synthesis of a library of COFs having identical chemical backbone with impeded conjugation, but varied morphology and surface topography to study the effect of these physical properties on the photophysics of the materials is herein reported. The variation of crystallite size and surface topography substantified different aggregation pattern in the COFs, which leads to disparities in their photoexcitation and relaxation properties. Depending on aggregation, an inverse correlation between bulk luminescence decay time and exciton binding energy of the materials is perceived. Further transient absorption spectroscopic analysis confirms the presence of highly localized, immobile, Frenkel excitons (of diameter 0.3–0.5 nm) via an absence of annihilation at high density, most likely induced by structural torsion of the COF skeletons, which in turn preferentially relaxes via long‐lived (nanosecond to microsecond) excimer formation (in femtosecond scale) over direct emission. These insights underpin the importance of structural and topological design of COFs for their targeted use in photocatalysis.
Keywords: A1 Journal Article; Electron Microscopy for Materials Science (EMAT) ;
Impact Factor: 29.4
DOI: 10.1002/adma.202314056
|
“Decoding Excimer Formation in Covalent–Organic Frameworks Induced by Morphology and Ring Torsion”. Chakraborty J, Chatterjee A, Molkens K, Nath I, Arenas Esteban D, Bourda L, Watson G, Liu C, Van Thourhout D, Bals S, Geiregat P, Van der Voort P, Advanced Materials (2024). http://doi.org/10.1002/adma.202314056
Abstract: A thorough and quantitative understanding of the fate of excitons in covalent–organic frameworks (COFs) after photoexcitation is essential for their augmented optoelectronic and photocatalytic applications via precise structure tuning. The synthesis of a library of COFs having identical chemical backbone with impeded conjugation, but varied morphology and surface topography to study the effect of these physical properties on the photophysics of the materials is herein reported. The variation of crystallite size and surface topography substantified different aggregation pattern in the COFs, which leads to disparities in their photoexcitation and relaxation properties. Depending on aggregation, an inverse correlation between bulk luminescence decay time and exciton binding energy of the materials is perceived. Further transient absorption spectroscopic analysis confirms the presence of highly localized, immobile, Frenkel excitons (of diameter 0.3–0.5 nm) via an absence of annihilation at high density, most likely induced by structural torsion of the COF skeletons, which in turn preferentially relaxes via long‐lived (nanosecond to microsecond) excimer formation (in femtosecond scale) over direct emission. These insights underpin the importance of structural and topological design of COFs for their targeted use in photocatalysis.
Keywords: A1 Journal Article; Electron Microscopy for Materials Science (EMAT) ;
Impact Factor: 29.4
DOI: 10.1002/adma.202314056
|
“Decomposition of a metastable bcc phase in rapidly solidified Ni-9 at.% Zr and Ni-8 at.%X alloys”. Chandrasekaran M, Ghosh G, Schryvers D, de Graef M, Delaey L, Van Tendeloo G, Philosophical magazine: A: physics of condensed matter: defects and mechanical properties 75, 677 (1997)
Keywords: A1 Journal article; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Times cited: 5
|
“Decomposition phenomena in Ni-Mn-Ti austenite”. Schryvers D, Seo JW, Richard O, Vermeulen W, Potapov P s.l., page 887 (1999).
Keywords: H1 Book chapter; Electron microscopy for materials research (EMAT)
|
“Deconvolution of core electron energy loss spectra”. Verbeeck J, Bertoni G, Ultramicroscopy 109, 1343 (2009). http://doi.org/10.1016/j.ultramic.2009.06.010
Abstract: Different deconvolution methods for removing multiple scattering and instrumental broadening from core loss electron energy loss spectra are compared with special attention to the artefacts they introduce. The Gaussian modifier method, Wiener filter, maximum entropy, and model based methods are described. Their performance is compared on virtual spectra where the true single scattering distribution is known. A test on experimental spectra confirms the good performance of model based deconvolution in comparison to maximum entropy methods and shows the advantage of knowing the estimated error bars from a single spectrum acquisition.
Keywords: A1 Journal article; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 2.843
Times cited: 13
DOI: 10.1016/j.ultramic.2009.06.010
|
“Decorating carbon nanotubes with nickel nanoparticles”. Bittencourt C, Felten A, Ghijsen J, Pireaux J-J, Drube W, Erni R, Van Tendeloo G, Chemical physics letters 436, 368 (2007). http://doi.org/10.1016/j.cplett.2007.01.065
Keywords: A1 Journal article; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 1.815
Times cited: 78
DOI: 10.1016/j.cplett.2007.01.065
|
“Decoupled DFT-1/2 method for defect excitation energies”. Claes J, Partoens B, Lamoen D, Physical Review B 108, 125306 (2023). http://doi.org/10.1103/PhysRevB.108.125306
Abstract: The DFT-1/2 method is a band-gap correction with GW precision at a density functional theory (DFT) computational cost. The method was also extended to correct the gap between defect levels, allowing for the calculation of optical transitions. However, this method fails when the atomic character of the occupied and unoccupied defect levels is similar as we illustrate by two examples, the tetrahedral hydrogen interstitial and the negatively charged vacancy in diamond. We solve this problem by decoupling the effect of the occupied and unoccupied defect levels and call this the decoupled DFT-1/2 method for defects.
Keywords: A1 Journal Article; Condensed Matter Theory (CMT) ;
Impact Factor: 3.7
DOI: 10.1103/PhysRevB.108.125306
|
“Decoupling the Characteristics of Magnetic Nanoparticles for Ultrahigh Sensitivity”. Chowdhury MS, Rösch EL, Esteban DA, Janssen K-J, Wolgast F, Ludwig F, Schilling M, Bals S, Viereck T, Lak A, Nano letters 23, 58 (2023). http://doi.org/10.1021/acs.nanolett.2c03568
Abstract: Immunoassays exploiting magnetization dynamics of magnetic nanoparticles are highly promising for mix-and-measure, quantitative, and point-of-care diagnostics. However, how single-core magnetic nanoparticles can be employed to reduce particle concentration and concomitantly maximize assay sensitivity is not fully understood. Here, we design monodisperse Néel and Brownian relaxing magnetic nanocubes (MNCs) of different sizes and compositions. We provide insights into how to decouple physical properties of these MNCs to achieve ultrahigh sensitivity. We find that tri-component-based Zn0.06 Co0.80Fe2.14 O4 particles, with out-of-phase to initial magnetic susceptibility χ /χ ratio of 0.47 out of 0.50 for magnetically blocked ideal particles, show the ultrahigh magnetic sensitivity by providing rich magnetic particle spectroscopy (MPS) harmonics spectrum despite bearing lower saturation magnetization than di-component Zn0.1Fe2.9O4 having high saturation magnetization. The Zn0.06Co0.80Fe2.14O4 MNCs, coated with catechol-based polyethylene glycol ligands, measured by our benchtop MPS show three orders of magnitude better particle LOD than that of commercial nanoparticles of comparable size.
Keywords: A1 Journal article; Engineering sciences. Technology; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 10.8
Times cited: 1
DOI: 10.1021/acs.nanolett.2c03568
|
“Decoupling the roles of carbon and metal oxides on the electrocatalytic reduction of oxygen on La1-xSrxCoO3-\delta perovskite composite electrodes”. Mefford JT, Kurilovich AA, Saunders J, Hardin WG, Abakumov AM, Forslund RP, Bonnefont A, Dai S, Johnston KP, Stevenson KJ, Physical chemistry, chemical physics 21, 3327 (2019). http://doi.org/10.1039/C8CP06268D
Abstract: Perovskite oxides are active room-temperature bifunctional oxygen electrocatalysts in alkaline media, capable of performing the oxygen reduction reaction (ORR) and oxygen evolution reaction (OER) with lower combined overpotentials relative to their precious metal counterparts. However, their semiconducting nature necessitates the use of activated carbons as conductive supports to generate applicably relevant current densities. In efforts to advance the performance and theory of oxide electrocatalysts, the chemical and physical properties of the oxide material often take precedence over contributions from the conductive additive. In this work, we find that carbon plays an important synergistic role in improving the performance of La1-xSrxCoO3- (0 x 1) electrocatalysts through the activation of O-2 and spillover of radical oxygen intermediates, HO2- and O-2(-), which is further reduced through chemical decomposition of HO2- on the perovskite surface. Through a combination of thin-film rotating disk electrochemical characterization of the hydrogen peroxide intermediate reactions (hydrogen peroxide reduction reaction (HPRR), hydrogen peroxide oxidation reaction (HPOR)) and oxygen reduction reaction (ORR), surface chemical analysis, HR-TEM, and microkinetic modeling on La1-xSrxCoO3- (0 x 1)/carbon (with nitrogen and non-nitrogen doped carbons) composite electrocatalysts, we deconvolute the mechanistic aspects and contributions to reactivity of the oxide and carbon support.
Keywords: A1 Journal article; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 4.123
Times cited: 5
DOI: 10.1039/C8CP06268D
|
“Decoupling the shape parameter to assess gold nanorod uptake by mammalian cells”. Kinnear C, Rodriguez-Lorenzo L, Clift MJD, Goris B, Bals S, Rothen B, Fink AS, Nanoscale 8, 16416 (2016). http://doi.org/10.1039/C6NR03543D
Abstract: The impact of nanoparticles (NPs) upon biological systems can be fundamentally associated with their physicochemical parameters. A further often-stated tenet is the importance of NP shape on rates of endocytosis. However, given the convoluted parameters concerning the NP-cell interaction, it is experimentally challenging to attribute any findings to shape alone. Herein we demonstrate that shape, below a certain limit, which is specific to nanomedicine, is not important for the endocytosis of spherocylinders by either epithelial or macrophage cells in vitro. Through a systematic approach, we reshaped a single batch of gold nanorods into different aspect ratios resulting in near-spheres and studied their cytotoxicity, (pro-)inflammatory status, and endocytosis/exocytosis. It was found that on a length scale of ~10-90 nm and at aspect ratios less than 5, NP shape has little impact upon their entry into either macrophages or epithelial cells. Conversely, nanorods with an aspect ratio above 5 were preferentially endocytosed by epithelial cells, whereas there was a lack of shape dependent uptake following exposure to macrophages in vitro. These findings have implications both in the understanding of nanoparticle reshaping mechanisms, as well as in the future rational design of nanomaterials for biomedical applications.
Keywords: A1 Journal article; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 7.367
Times cited: 23
DOI: 10.1039/C6NR03543D
|
“Dedicated TEM on domain boundaries from phase transformations and crystal growth”. Schryvers D, Van Aert S, Delville R, Idrissi H, Turner S, Salje EKH, Phase transitions 86, 15 (2013). http://doi.org/10.1080/01411594.2012.694435
Abstract: Investigating domain boundaries and their effects on the behaviour of materials automatically implies the need for detailed knowledge on the structural aspects of the atomic configurations at these interfaces. Not only in view of nearest neighbour interactions but also at a larger scale, often surpassing the unit cell, the boundaries can contain structural elements that do not exist in the bulk. In the present contribution, a number of special boundaries resulting from phase transformations or crystal growth and those recently investigated by advanced transmission electron microscopy techniques in different systems will be reviewed. These include macrotwins between microtwinned martensite plates in NiAl, austenite-single variant martensite habit planes in low hysteresis NiTiPd, nanotwins in non-textured nanostructured Pd and ferroelastic domain boundaries in CaTiO3. In all discussed cases these boundaries play an essential role in the properties of the respective materials.
Keywords: A1 Journal article; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 1.06
DOI: 10.1080/01411594.2012.694435
|
“Deep convolutional neural networks to restore single-shot electron microscopy images”. Lobato I, Friedrich T, Van Aert S, N P J Computational Materials 10, 10 (2024). http://doi.org/10.1038/s41524-023-01188-0
Abstract: Advanced electron microscopy techniques, including scanning electron microscopes (SEM), scanning transmission electron microscopes (STEM), and transmission electron microscopes (TEM), have revolutionized imaging capabilities. However, achieving high-quality experimental images remains a challenge due to various distortions stemming from the instrumentation and external factors. These distortions, introduced at different stages of imaging, hinder the extraction of reliable quantitative insights. In this paper, we will discuss the main sources of distortion in TEM and S(T)EM images, develop models to describe them, and propose a method to correct these distortions using a convolutional neural network. We validate the effectiveness of our method on a range of simulated and experimental images, demonstrating its ability to significantly enhance the signal-to-noise ratio. This improvement leads to a more reliable extraction of quantitative structural information from the images. In summary, our findings offer a robust framework to enhance the quality of electron microscopy images, which in turn supports progress in structural analysis and quantification in materials science and biology.
Keywords: A1 Journal article; Electron microscopy for materials research (EMAT)
DOI: 10.1038/s41524-023-01188-0
|
“Deep learning for automated materials characterisation in core-loss electron energy loss spectroscopy”. Annys A, Jannis D, Verbeeck J, Annys A, Jannis D, Verbeeck J, Scientific reports 13, 13724 (2023). http://doi.org/10.1038/S41598-023-40943-7
Abstract: Electron energy loss spectroscopy (EELS) is a well established technique in electron microscopy that yields information on the elemental content of a sample in a very direct manner. One of the persisting limitations of EELS is the requirement for manual identification of core-loss edges and their corresponding elements. This can be especially bothersome in spectrum imaging, where a large amount of spectra are recorded when spatially scanning over a sample area. This paper introduces a synthetic dataset with 736,000 labeled EELS spectra, computed from available generalized oscillator strength tables, that represents 107 K, L, M or N core-loss edges and 80 chemical elements. Generic lifetime broadened peaks are used to mimic the fine structure due to band structure effects present in experimental core-loss edges. The proposed dataset is used to train and evaluate a series of neural network architectures, being a multilayer perceptron, a convolutional neural network, a U-Net, a residual neural network, a vision transformer and a compact convolutional transformer. An ensemble of neural networks is used to further increase performance. The ensemble network is used to demonstrate fully automated elemental mapping in a spectrum image, both by directly mapping the predicted elemental content and by using the predicted content as input for a physical model-based mapping.
Keywords: A1 Journal article; Engineering sciences. Technology; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 4.6
DOI: 10.1038/S41598-023-40943-7
|
“Deep learning-based denoising for improved dose efficiency in EDX tomography of nanoparticles”. Skorikov A, Heyvaert W, Albecht W, Pelt DM, Bals S, Nanoscale 13, 12242 (2021). http://doi.org/10.1039/D1NR03232A
Abstract: The combination of energy-dispersive X-ray spectroscopy (EDX) and electron tomography is a powerful approach to retrieve the 3D elemental distribution in nanomaterials, providing an unprecedented level of information for complex, multi-component systems, such as semiconductor devices, as well as catalytic and plasmonic nanoparticles. Unfortunately, the applicability of EDX tomography is severely limited because of extremely long acquisition times and high electron irradiation doses required to obtain 3D EDX reconstructions with an adequate signal-to-noise ratio. One possibility to address this limitation is intelligent denoising of experimental data using prior expectations about the objects of interest. Herein, this approach is followed using the deep learning methodology, which currently demonstrates state-of-the-art performance for an increasing number of data processing problems. Design choices for the denoising approach and training data are discussed with a focus on nanoparticle-like objects and extremely noisy signals typical for EDX experiments. Quantitative analysis of the proposed method demonstrates its significantly enhanced performance in comparison to classical denoising approaches. This allows for improving the tradeoff between the reconstruction quality, acquisition time and radiation dose for EDX tomography. The proposed method is therefore especially beneficial for the 3D EDX investigation of electron beam-sensitive materials and studies of nanoparticle transformations.
Keywords: A1 Journal article; Engineering sciences. Technology; Electron microscopy for materials research (EMAT)
Impact Factor: 7.367
Times cited: 11
DOI: 10.1039/D1NR03232A
|
“Deeper insights into the photoluminescence properties and (photo)chemical reactivity of cadmium red (CdS1-xSex) paints in renowned twentieth century paintings by state-of-the-art investigations at multiple length scales”. Monico L, Rosi F, Vivani R, Cartechini L, Janssens K, Gauquelin N, Chezganov D, Verbeeck J, Cotte M, D'Acapito F, Barni L, Grazia C, Buemi LP, Andral J-L, Miliani C, Romani A, The European Physical Journal Plus 137, 311 (2022). http://doi.org/10.1140/EPJP/S13360-022-02447-7
Abstract: Cadmium red is the name used for denoting a class of twentieth century artists' pigments described by the general formula CdS1-xSex. For their vibrant hues and excellent covering power, a number of renowned modern and contemporary painters, including Jackson Pollock, often used cadmium reds. As direct band gap semiconductors, CdS1-xSex compounds undergo direct radiative recombination (with emissions from the green to orange region) and radiative deactivation from intragap trapping states due to crystal defects, which give rise to two peculiar red-NIR emissions, known as deep level emissions (DLEs). The positions of the DLEs mainly depend on the Se content of CdS1-xSex; thus, photoluminescence and diffuse reflectance vis-NIR spectroscopy have been profitably used for the non-invasive identification of different cadmium red varieties in artworks over the last decade. Systematic knowledge is however currently lacking on what are the parameters related to intrinsic crystal defects of CdS1-xSex and environmental factors influencing the spectral properties of DLEs as well as on the overall (photo)chemical reactivity of cadmium reds in paint matrixes. Here, we present the application of a novel multi-length scale and multi-method approach to deepen insights into the photoluminescence properties and (photo)chemical reactivity of cadmium reds in oil paintings by combining both well established and new non-invasive/non-destructive analytical techniques, including macro-scale vis-NIR and vibrational spectroscopies and micro-/nano-scale advanced electron microscopy mapping and X-ray methods employing synchrotron radiation and conventional sources. Macro-scale vis-NIR spectroscopy data obtained from the in situ non-invasive analysis of nine masterpieces by Gerardo Dottori, Jackson Pollock and Nicolas de Stael allowed classifying the CdS1-xSex-paints in three groups, according to the relative intensity of the two DLE bands. These outcomes, combined with results from micro-/nano-scale electron microscopy mapping and X-ray analysis of a set of CdS1-xSex powders and artificially aged paint mock-ups, indicated that the relative intensity of DLEs is not affected by the morphology, microstructure and local atomic environment of the pigment particles but it is influenced by the presence of moisture. Furthermore, the extensive study of artificially aged oil paint mock-ups permitted us to provide first evidence of the tendency of cadmium reds toward photo-degradation and to establish that the conversion of CdS1-xSex to CdSO4 and/or oxalates is triggered by the oil binding medium and moisture level and depends on the Se content. Based on these findings, we could interpret the localized presence of CdSO4 and cadmium oxalate as alteration products of the original cadmium red paints in two paintings by Pollock.
Keywords: A1 Journal article; Electron microscopy for materials research (EMAT); Antwerp X-ray Imaging and Spectroscopy (AXIS)
Impact Factor: 3.4
Times cited: 3
DOI: 10.1140/EPJP/S13360-022-02447-7
|
“Deeply colored and black-appearing Roman glass : a continued research”. Cagno S, Cosyns P, Izmer A, Vanhaecke F, Nys K, Janssens K, Journal of archaeological science 42, 128 (2014). http://doi.org/10.1016/J.JAS.2013.11.003
Abstract: In the context of archaeological and historical assessment of Roman black-appearing glass, the chemical and physical characterization of a large collection of samples originating from various areas of the Roman Empire has been gathered over the past years to (i) verify whether a minor segment of the overall Roman glass production can help in determining possible diachronic changes in Roman imperial glass production (1st century AD – 5th century AD) and (ii) reveal regional compositional differences. In this paper, the latest results on the chemical composition of an additional 44 black-appearing Roman glass samples are presented, together with general conclusions based upon the entire compositional dataset of over 400 analyzed black glass samples. The results show that the Roman black glass is obtained through several glass compositions with a specific chronological, geographical and typological distribution. (C) 2013 Elsevier Ltd. All rights reserved.
Keywords: A1 Journal article; Philosophy; History; AXES (Antwerp X-ray Analysis, Electrochemistry and Speciation)
Impact Factor: 2.602
Times cited: 18
DOI: 10.1016/J.JAS.2013.11.003
|
“Deeply coloured and black glass in the Northern provinces of the Roman Empire : differences and similarities in chemical composition before and after AD 150”. van der Linden V, Cosyns P, Schalm O, Cagno S, Nys K, Janssens K, Nowak A, Wagner B, Bulska E, Archaeometry 51, 822 (2009). http://doi.org/10.1111/J.1475-4754.2008.00434.X
Abstract: In this work we attempt to elucidate the chronological and geographical origin of deeply coloured and black glass dating between 100 bc and ad 300 on the basis of their major and trace element compositions. Samples from the western and eastern parts of the Roman Empire were analysed. Analytical data were obtained by means of a scanning electron microscope – energy-dispersive system (SEM-EDS, 63 samples analysed) and laser ablation – inductively coupled plasma – mass spectrometry (LA-ICP-MS, 41 samples analysed). Among the glass fragments analysed, dark brown, dark purple and dark green hues could be distinguished. Only among the dark green fragments could a clear compositional distinction be observed between fragments dated to the periods before and after ad 150. In the early samples (first century bc to first century ad), iron, responsible for the green hue, was introduced by using impure sand containing relatively high amounts of Ti. In contrast, a Ti-poor source of iron was employed, containing Sb, Co and Pb in trace quantities, in order to obtain the dark green colour in the later glass samples. The analytical results obtained by combining SEM-EDS and LA-ICP-MS are therefore consistent with a differentiation of glassmaking recipes, detectable in glass composition, occurring in the period around ad 150.
Keywords: A1 Journal article; History; AXES (Antwerp X-ray Analysis, Electrochemistry and Speciation)
Impact Factor: 1.47
Times cited: 39
DOI: 10.1111/J.1475-4754.2008.00434.X
|